Wij krijgen regelmatig de vraag: “Hoe plant ik een boom?“, eigenlijk is het vrij simpel. Met deze plantinstructies geven we je een handreiking hoe je deze klus kan aanpakken.

Bomen in een pot kun je het hele jaar door planten. Het is wel aan te raden om in het najaar de boom te planten omdat deze dan makkelijker aanslaat, maar met de juiste zorg kan dit ook op andere momenten.

Bomen met kluit of kale (blote) wortels zijn enkel verkrijgbaar als zij niet in blad zitten (november-april).

 

Een boom hoort in elke tuin; een boom brengt SFEER, BESCHUTTING, SCHADUW, EVENWICHT en LEVEN in de tuin.

WAT HEB JE NODIG

  1. de boom
  2. boompalen
  3. bevestingsband en spijker

4. grondboor / palenhamer
5. spade en/of schep
6. aanplantgrond

BOOM MET KLUIT / BOOM IN POT

1. GRAAF EEN PLANTGAT

Graaf een ruim plantgat van ca. 1/3 groter dan de kluit. Maak de bodem van het plantgat goed los, tot 1 spade diep en steek zo nodig ook de wanden wat los. Wanden van klein kunnen zeker als deze nat zijn door het graven dichtgesmeerd worden, door deze met een schop los te steken kunnen de wortels beter hun weg vinden.

2. VERRIJK DE GROND

Om de boom een goede start te geven raden wij aan om het plantgat te verrijken met aanplantaarde (of Vivimus). Meng de bestaande grond in de verhouding 1/3 aanplantgrond en 2/3 grond.

3. BOOM IN PLANTGAT

Zet de boom in het plantgat. Let op de hoogte van de boom. De boom moet even diep staan als hij op de kwekerij stond. Bomen zijn voorzien van een kluit of draadkluit. Laat het gaas en het jute gewoon om de kluit zitten! Bij boom in pot verwijder je de pot.

TIP: bij een draadkluit kun je na plaatsen de bovenkant van draad iets terugvouwen zodat het draad niet in de stam gaat snijden.

4. PLANTGAT VULLEN

Vul het plantgat eerst voor 1/3 deel met het grondmengsel en stamp dit stevig aan.
Zet de boom recht en vul het plantgat verder aan.
Druk rondom de kluit de grond stevig aan.

5. BOOMPALEN

Plaats afhankelijk van de grote van de boom 1 of meer boompalen. Zet de boompalen tot ongeveer 1/3 in de grond.

TIP: plaats je maar 1 boompaal, plaats deze dan aan de kant waar de meeste wind vandaan komt (vaak is dit zuid/west).

6. BOOMBAND

Maak de boomband in een 8 vast aan de boompaal.
Gebruik hiervoor spijkers met een brede kop.

7. BOOM STAAT EN NU...

Bedenk dat de boom nog goed moet gaan wortelen en dat deze zeker in de eerste 2 jaar extra water nodig zal hebben. Bij grote bomen zou je een gietrand kunnen maken om water te geven.

BOOM MET KALE WORTEL

1. GRAAF EEN PLANTGAT

Graaf een ruim plantgat van ca. 1/3 groter dan de kluit. Maak de bodem van het plantgat goed los, tot 1 spade diep en steek zo nodig ook de wanden wat los. Wanden van klein kunnen zeker als deze nat zijn door het graven dichtgesmeerd worden, door deze met een schop los te steken kunnen de wortels beter hun weg vinden.

2. VERRIJK DE GROND

Om de boom een goede start te geven raden wij aan om het plantgat te verrijken met aanplantaarde (of Vivimus). Meng de bestaande grond in de verhouding 1/3 aanplantgrond en 2/3 grond.

3. BOOM IN PLANTGAT

Zet de boom in het plantgat iets dieper dan de uiteindelijke plantdiepte. Vul het plantgat met het aardemengsel.

Trek de boom iets op met een schuddende beweging zodat de grond goed tussen de wortels komt.

4. CONTROLEER HOOGTE BOOM

Controleer de hoogte van de boom in de grond, hij moet even diep staan als hij bij de kweker stond. Dit is vaak te zien aan een verkleuring net boven de wortels. Vul het plantgat met het grondmengsel en druk de grond voorzichtig aan.

5. BOOMPALEN

Plaats afhankelijk van de grote van de boom 1 of meer boompalen. Zet de boompalen tot ongeveer 1/3 in de grond.

TIP: plaats je maar 1 boompaal, plaats deze dan aan de kant waar de meeste wind vandaan komt (vaak is dit zuid/west).

6. BOOMBAND

Maak de boomband in een 8 vast aan de boompaal.
Gebruik hiervoor spijkers met een brede kop.

7. BOOM STAAT EN NU...

Bedenk dat de boom nog goed moet gaan wortelen en dat deze zeker in de eerste 2 jaar extra water nodig zal hebben. Bij grote bomen zou je een gietrand kunnen maken om water te geven.